Neuroprincipes.

Neurowetenschappen helder en toepasbaar

Iedere seconde komt een overvloed aan informatie onze hersenen binnen. Gelukkig verdwijnt het meeste alweer snel uit ons geheugen, want wat heb je eraan om te onthouden wat je elke dag voor ontbijt hebt gegeten?

Maar als docent herken je vast ook dat leerlingen stof die ze op de toets goed beheersten een jaar later alweer grotendeels vergeten zijn. Ons brein is namelijk niet gebouwd om alles wat we leren voor altijd te onthouden. Nieuwe informatie wordt tijdelijk opgeslagen in de hippocampus en pas duurzaam bewaard wanneer ze wordt geïntegreerd in de kennisnetwerken van de neocortex.

Om informatie duurzaam op te slaan in de neocortex, zijn vier Neuroprincipes belangrijk: verbanden, interactie, emotie en herhaling.

Deze principes bieden docenten gereedschappen om het leren te verdiepen en kennis beter te verankeren in het brein. Door deze principes toe te passen, wordt informatie niet alleen onthouden, maar ook geïntegreerd opgeslagen in de neocortex. Dit leidt tot diep begrip en maakt het mogelijk om de kennis flexibel toe te passen.

Snappen niet stampen

De neocortex is de plek waar kennis en vaardigheden permanent worden opgeslagen. Dit deel van de hersenen is associatief georganiseerd: neuronale netwerken die gerelateerde concepten bevatten, zijn ook echt fysiek met elkaar verbonden. Daarom is het maken van verbanden tussen kennis misschien wel het allerkrachtigste neuroprincipe dat je kunt inzetten. Hoe meer verbindingen een stuk informatie heeft, hoe makkelijker het te begrijpen én terug te halen is. Verbanden leggen is de kern van leren: het maakt losse feiten samenhangend en relevant.

Creëer rijke representaties door te doen

Leren wordt krachtiger wanneer leerlingen niet alleen luisteren of lezen, maar zelf iets doen, manipuleren of ervaren. Actief bezig zijn zet het brein in de actiestand. Wanneer leerlingen zelf iets doen of ontdekken, worden meerdere hersengebieden tegelijkertijd geactiveerd. Van de somatosensorische cortex tot de prefrontale cortex: actief bezig zijn creëert rijke geheugen representaties. Puur het bewegen zelf zorgt al voor de aanmaak van nieuwe hersencellen in de hippocampus. Door interactie met modellen en simulaties, worden complexe concepten letterlijk tastbaar gemaakt en beter geïntegreerd in de neocortex.

Verbazing en verwondering zijn krachtige gereedschappen

Emoties zijn de katalysator van het leren. Het limbisch systeem, een groep hersengebieden waar de hippocampus onderdeel van is, speelt een centrale rol bij emotie, motivatie en geheugen. Wanneer leerlingen iets beleven dat hen verwonderd, raakt of fascineert, versterken de interacties binnen het limbisch systeem de aanmaak van geheugen. Dit samenspel zorgt ervoor dat emotionele ervaringen sneller en dieper worden verwerkt en onthouden. Ook krijgt informatie waarbij emoties werden geactiveerd voorrang bij het inbouwen in de neocortex.

Versterk verbindingen

Herhaling is de lijm van het geheugen. Hoe vaker je een verbinding gebruikt, hoe sterker die wordt. Bij het ophalen van informatie uit het geheugen worden dezelfde neurale netwerken die betrokken waren bij het leren opnieuw geactiveerd. Dit versterkt de verbindingen tussen de hersencellen. Dit effect wordt nog groter wanneer herhaling gespreid in verschillende contexten gebeurt. Variatie is cruciaal: hoe meer een begrip verbonden is met andere kennis, hoe makkelijker de kennis weer teruggevonden kan worden.

Wil je dit alles nog even rustig nalezen en tips krijgen hoe je vier Neuroprincipes kunt toepassen in de klas?